Afstand en Controle
door Creighton T. Freeman, vertaald door Marcel de Jong
Afstand is een van de belangrijkste aspecten die beheerst moeten worden in een sparring situatie. Niemand zou zich ooit binnen het bereik van de tegenstander moeten begeven, tenzij hij die tegenstander onder controle heeft, fysiek dan wel mentaal. Je binnen bereik begeven zonder controle stelt je bloot aan het risico geraakt te worden. En omdat één goede treffer van de tegenstander het gevecht kan beëindigen, zou dit ten allen tijde voorkomen moeten worden. Zelfs met een ongetrainde tegenstander is het nog riskant om aan te nemen dat hij je niet zou kunnen uitschakelen. Hij zal je dan mischien niet met één slag ombrengen zoals een meester in de vechtkunst dat zou kunnen, maar hij kan je nog steeds wel blesseren als hij je hard raakt op de juiste plaats.
Fysieke controle wordt bewerkstelligd door overbrugging van de afstand, door je snel te bewegen van buiten het bereik van de tegenstander, naar een positie waarvandaan je zelf de tegenstander kunt raken, terwijl je in de tussentijd blokt, checkt, verstoort en contact houdt om vat te krijgen op de bewegingen, energie en centrum van de tegenstander. Het contact begint doorgaans op een ledemaat (een arm of been) dat vervolgens wordt benut om het centrum van de tegenstander te manipuleren, zodanig dat zijn balans verstoort raakt waardoor hij zijn gewicht niet meer kan verplaatsen of roteren en geen kracht meer kan genereren. Zodra dit is bereikt is het voor hem erg moeilijk om nog hard genoeg toe te slaan om schade toe te brengen, of om een effectieve voetveeg of worp in te zetten. Als deze technieken vergen namelijk een gewichtsverplaatsing en/of rotatie om kracht voor de techniek te genereren.
Dit type controle over de tegenstander kan altijd slechts zeer tijdelijk worden behouden als hij vaardig genoeg is, dus is het van groot belang om je technieken snel en met overtuiging toe te kunnen passen op dat moment zodat hij onschadelijk kan worden gemaakt voordat hij de controle over zijn lichaam en energie terug vindt. Als hij zijn balans terug vindt ontstaat er een nieuw risico, waardoor we opnieuw controle over hem moeten verkrijgen, dan wel buiten zijn bereik moeten zien te geraken. Eenmaal buiten bereik begint het gehele proces opnieuw.
Mentale controle kunnen we over het algemeen alleen bereiken wanneer we een grotere vaardigheid hebben dan onze tegenstander. Met andere woorden, als ik binnen bereik van mijn tegenstander kan komen met een bewust “gat” in mijn verdediging met de bedoeling de tegenstander uit te dagen om in dat gat te springen, zodat ik daar een tegenaanval op kan inzetten die me contact en controle brengt, dan heb ik mentale controle over mijn tegenstander en hem gemanipuleerd in een situatie waar ik ook de fysieke controle kan pakken. Ik heb hem precies laten doen wat ik wilde, zonder dat daar fysiek contact aan te pas kwam. Mijn intentie was om hem een bedoelde opening te laten aanvallen en mijn presentatie van die opening heeft er toe geleid dat hij in de valkuil liep een deed wat ik van hem wilde. Dit geeft mij een voordeel omdat de actie van mijn tegenstander en mijn tegenreactie daarop voor mij al bekend zijn. Dit is het soort strategie wat door Lee Bachman “zeven stappen voorlopen op je tegenstander” wordt genoemd. Het succesvol graven van deze valkuilen op een onopvallende en geïntegreerde manier is een kunst op zich.
De moeilijkheid van deze strategie bij een getrainde tegenstander is dat hij zich meer bewust zal zijn van eventuele valkuilen en dat hij daarom bewust doelen zal aanvallen die minder voor de hand liggen dan jouw bewust gelaten openingen, terwijl hij ondertussen hetzelfde spelletje met jou zal proberen te spelen. Dit soort gevechten zijn een kwestie van strategie en een kwestie van wie er zijn technieken vaardiger, sneller en krachtiger kan plannen en uitvoeren. Plannen is overigens niet helemaal het juiste woord op deze plaats omdat al deze actie spontaan en direct op het juiste moment moet gebeuren. Het vergt een constante aanpassing aan de tegenstander en een continue bewustzijn van de tegenstander en hetgeen er gaande is.
Tegelijkertijd is het van groot belang je ervan bewust te zijn of je de tegenstander al dan niet onder controle hebt, zodat je de afstand al naar gelang die mate van controle kunt kiezen. Mentale controle is in dat kader lastiger te beoordelen dan fysieke controle. Over het algemeen, als de tegenstander niet in je valkuilen loopt en je wordt geraakt, is de mentale controle er niet, en kun je beter afstand bewaren en trachten fysieke controle te krijgen. Een directe aanval of een defensieve actie (blokkering of parering) kunnen de mogelijkheid forceren om fysieke controle te krijgen. Altijd als er fysiek contact is tussen jou en de tegenstander, is er de mogelijkheid fysieke controle te verkrijgen. Als je centrum laag is, je staat stevig en je houding is correct, dan kan controle uit iedere aanraking worden verkregen.
Zoals je ziet is afstand niet een geïsoleerd principe, maar een principe dat moet worden geïntegreerd met strategie en techniek. Deze integratie zal tot succes leiden als ze wordt gekoppeld aan een vaardige uitvoering van de techniek.
De exacte afstand die nodig is om deze als veilig te classificeren is moeilijk aan te geven omdat deze van vele variabele factoren afhankelijk is zoals de lengte van armen en benen van de tegenstander, zijn acceleratievermogen en zijn snelheid. Hoe langer zijn armen en benen, hoe groter zijn bereik en derhalve hoe groter de afstand waarop we veilig zijn. Aan de andere kant is een grote tegenstander vaak wat minder snel zodat zijn voordeel in bereik wordt gecompenseerd door een lager acceleratievermogen en snelheid. Evenzeer moet rekening worden gehouden met een grote afstand als we vechten tegen iemand die erg snel is en wiens bewegingen niet te voorspellen zijn, omdat we de tijd die gemoeid is met het overbruggen van de afstand nodig hebben voor onze reactiesnelheid, zelfs als het fysieke bereik niet erg groot is.
Om de materie nog wat complexer te maken, hangt de “veilige afstand” ook samen met je eigen reactiesnelheid, die van dag tot dag kan variëren afhankelijk van diverse fysieke en mentale omstandigheden. Als je moe bent of ziek, nerveus, bang, afgeleid enz. wordt je reactiesnelheid lager. Daarom vergt het vinden van de juiste afstand voor een bepaalde gevechtssituatie op een bepaald moment een groot bewustzijn. Dit bewustzijn van de omstandigheden kan worden vergroot door ervaring, niet alleen in sparring of echt gevecht, maar ook door bewuste mentale waarneming.
Daarom, als je aan het trainen bent, neem bewust waar. Bewust van je eigen lichaam, energie en geest, bewust van de dingen om je heen, inclusief de andere mensen die aan het trainen zijn. Neem waar hoe ze bewegen, hoe ze staan en hoe ze ademen. In de woorden van Master Po: “hoor de sprinkhaan aan je voeten. Leer om niet alleen te kijken, maar te zien en niet alleen te luisteren, maar te horen, niet alleen te weten maar te ervaren.” Voel de energie door je lichaam stromen, net als de energie van de anderen om je heen. Dit soort bewustzijn is een instrument dat ons allen kan helpen, zowel in het gevecht als in het leven.
In het Engels gepubliceerd op: http://www.leebachman.com/
|