Het is tijd om terug te vechten

Van: www.runningtiger.com, vertaald door Marcel de Jong

Recentelijk liep in Minneapolis (VS) een vrouw naar haar auto na het werk. Het was na zonsondergang, maar nog tijdens de schemering. Van achter haar legde een man zijn hand op haar schouder terwijl hij haar zei haar handtas te laten vallen. Ze deed wat hij vroeg, ze liet haar tas los. Haar aanvaller sloeg haar vervolgens toch met een honkbal knuppel tegen haar knieën, om te voorkomen dat ze achter hem aan zou komen.

Er doet een theorie de ronde dat als een vrouw precies doet wat een aanvaller vraagt, zij een betere kans heeft om het voorval ongedeerd te overleven. Een andere theorie stelt dat tegenstribbelen de aanvaller alleen maar bozer maakt en ervoor zal zorgen dat hij zijn slachtoffer ernstiger zal verwonden. Als deze theorieën ooit waar waren, dan haalt bovenstaand verhaal, net als andere verhalen die je mogelijk al eens gehoord hebt, ze onderuit.

Er is een inherent probleem met theorieën die het slachtoffer beschuldigen. “Als ze niet had tegengestribbeld, dan zou hij haar niet bezeerd hebben.” “Als ze had meegewerkt, dan had hij haar niet bezeerd.” Deze theorieën impliceren dat het slachtoffer de aanvaller bestuurt, terwijl het tegendeel het geval is. Er is overigens een groot verschil tussen tegenstribbelen en terugvechten.
Nadat ik de volgende vraag had gelezen in “Gift of Fear” van Gavin de Becker, stelde ik ‘m aan mijn mannelijke en vrouwelijke studenten: “Wanneer was de laatste keer dat je voelde dat je veiligheid werd bedreigd?” De resultaten kwamen overeen met die van de auteur: De mannen moesten nadenken. Sommigen konden zich geen voorbeeld herinneren terwijl anderen met voorbeelden van lang gelden kwamen. In de meeste gevallen echter, dachten vrouwen direct aan een recente situatie, hooguit een paar weken geleden.

Het is echt de hoogste tijd om terug te vechten.

Vrouwen kunnen het meeste voordeel hebben bij vechtsport training, maar ze doen het het minst. Waarom verzekeren niet meer vrouwen zich van dit soort training? Er zijn vele antwoorden op die vraag, en zelfs diverse niveaus waarop die vraag kan worden beantwoord.

Veel mensen, zowel mannen als vrouwen, hebben nog nooit ergens tegenaan geslagen in hun leven. Vraag ze om bokshandschoenen aan te trekken en tegen een bokszak te slaan en ze worden nerveus en onzeker. Voor vrouwen is het nog anders. Door een vrouw te vragen die onschuldige zak te slaan, vraag je haar om haar volledige socialisatie in de volwassen maatschappij aan de kant te zetten. Op een zeker niveau, bewust of niet, zal ze niet geloven dat ze zichzelf kan verdedigen, of dat het ongewenst gedrag is. Dat is een groot probleem voor ze. En dat terwijl het er oppervlakkig uitziet als slechts een onschuldige klap tegen een bokszak. Anderen hebben een verleden waarin misbruik voorkomt, als kind of als volwassene, waarin ze altijd hebben geleerd te dekken, verbergen of rennen, maar nooit om te vechten. Dus door ze te vragen tegen die bokszak te slaan, vraag je eigenlijk om hun gehele responssysteem om te gooien. Deze interne conflicten kunnen moeilijker overbrugbaar zijn dan enige fysieke uitdaging. Dus de training in een vechtkunst kan een erg krachtige en positieve katalysator zijn om verandering te brengen in het leven van vrouwen.

In termen van fysieke capaciteit is er geen enkele reden waarom een vrouw niet effectief terug zou kunnen vechten, zelfs niet als de tegenstander veel groter en sterker is. Natuurlijk moeten we rekening houden met een verschil in fysieke capaciteit in die zin dat we allemaal moeten roeien met de riemen die we hebben. Maar reken nu eens techniek en training mee. In Kenpo Karate bijvoorbeeld, wordt studenten geleerd om uit de baan van de aanval te stappen, en vervolgens vanuit een andere hoek terug te slaan. Dus een vrouw van 50 kilo hoeft zich helemaal niet druk te maken over het stoppen van een man van 100 kilo, omdat ze eenvoudigweg om de aanval heen beweegt. Verder wordt studenten vanaf de eerste les geleerd hoe ze moeten staan, hoe ze moeten slaan en vooral ook waar ze moeten slaan. Dan stimuleren we ze om sneller te gaan. Als de technieken sneller worden, worden ze ook sterker. Ze werken met partners, zodat de accuratesse toeneemt, net als de timing en de snelheid. Dit alles leidt tot het doel van de training, jezelf kunnen verdedigen tegen meerdere aanvallers tegelijk.

Over het algemeen kunnen de vechtkunsten worden onderverdeeld in twee categorieën: Karate en Kung Fu. Binnen deze categorieën zijn vele stijlen te vinden die elk hun eigen kenmerkende verschillen kennen. Maar het hart van elke stijl is het feit dat ze de beoefenaar leren te verdedigen en aan te vallen. Uiteindelijk kan de studie van de vechtkunst verworden tot de kunst van het niet vechten. De beoefenaar ontwikkelt een zodanig bewustzijn van haar omgeving dat ze situaties ontwijkt nog voordat ze ontstaan zijn. De mogelijkheid van een aanval zal echter altijd blijven bestaan zodat de vechtkunstenaar altijd voorbereid moet zijn om zichzelf te verdedigen, en voortdurend verantwoordelijk is voor haar eigen welzijn. Anders gezegd leert de vechtkunstenaar het gevecht te voorkomen als dat mogelijk is. Maar ze is erop voorbereid iedere noodzakelijke actie te ondernemen om ervoor te zorgen dat zuij degene is die een gevecht ongedeerd overleefd.

Vechtkunsttraining kan een sterke en positieve katalysator zijn voor verandering in het leven van een vrouw. De mogelijkheid om snel en accuraat te slaan is niet afhankelijk van fysieke omvang of spierkracht. Het is afhankelijk van de effectieve toepassing van effectieve technieken, die in de moderne vechtkunstschool worden aangereikt, samen met een veilige en ondersteunende omgeving.